Sponsorloze shirts  

Geen goksponsors, wel gokwerk: een kanttekening bij een halve eeuw clubshirts

De eerste vijftig jaar van de clubgeschiedenis op shirtgebied zijn op zijn zachtst gezegd verwarrend. In een tijdperk zonder fanshirts, zonder zichtbare leveranciers en zonder shirtsponsors – iets wat sinds de jaren 80 bijna ondenkbaar is – was het tenue geen marketinginstrument of inkomstenbron. Hierdoor verliep de evolutie ervan traag: zoals je hieronder zult zien, werd er soms bijna tien jaar lang in exact hetzelfde shirt gespeeld, een situatie die in het hedendaagse voetbal nauwelijks nog voorstelbaar is.

Het exact achterhalen van de periodes waarin bepaalde shirts werden gedragen, vergde dan ook enig giswerk. Van sommige perioden is nauwelijks beeldmateriaal beschikbaar, en het materiaal dat er wél is, bleek vaak lastig te dateren. Wedstrijdbeelden tonen soms shirts van jaren voordien, en in sommige gevallen droeg zelfs niet het hele elftal hetzelfde tenue. Beschouw onderstaande samenvatting dan ook niet als een sluitende reconstructie, maar eerder als een weloverwogen gok.

De samenvattingen van de periodes zijn vaak beknopt en focussen enkel op de opvallende zaken uit die periode. Voor meer details kan je altijd terecht op de website van stamnummer25 en bij het Malinwa Archief.

1904-1910

Het initiatief om in Mechelen te beginnen voetballen kwam van enkele internaatsstudenten van het Sint-Victorinstituut in Alsemberg. Ook studenten van de hogeschool in Leuven en het plaatselijke college schaarden zich achter het project. Voetbal was in die tijd nog een vrij onbekende sport in de streek, en het aantal beschikbare velden was dan ook zeer beperkt. De beperkte populariteit van het spelletje maakte de zoektocht naar geschikte terreinen er niet makkelijker op.

De eerste aanvraag om te mogen spelen aan de Hendrik Speecqvest werd dan ook afgewezen. Als alternatief week men uit naar het militair oefenterrein aan de Antwerpse Steenweg. In deze beginperiode vond ook de stichtingsvergadering van de club plaats, in de Cave de Munich op de IJzerenleen. Voor de clubkleuren keek men naar de kleuren van de stad Mechelen zelf, en als leuze koos men: Quo non Ascendam. We schrijven oktober 1904.

Malinwa, dat op dat moment nog zijn terrein deelde met Racing Mechelen, speelde pas in januari 1905 zijn eerste grote wedstrijd. Tegenstander was het team van de Universiteit van Leuven. Later datzelfde jaar vond ook de eerste Mechelse derby plaats, waarin Malinwa met 2-1 de overwinning behaalde.

Omdat een volwaardige tweede klasse pas in 1909 werd opgericht, speelde de club zijn eerste jaren in een regionale competitie. In het seizoen 1905-1906 kwam Malinwa uit in de Derde Afdeling A Brabant, gevolgd door drie seizoenen in de Tweede Afdeling van Antwerpen. Uiteindelijk maakte de club in het seizoen 1909-1910 de overstap naar de pas opgerichte Bevorderingsreeks.

1910-1920

Na een competitiehervorming in 1909 werd de tweede klasse vanaf het seizoen 1909-1910 opnieuw ingericht, in een vorm die sterk lijkt op de huidige structuur, zij het zonder voorkeursregelingen voor beloftenploegen ;) . FC Malinois speelde het volledige decennium in deze reeks, die toen 'Bevordering' werd genoemd. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 lag het competitieleven echter volledig stil tot het seizoen 1919-1920.

Vanaf het seizoen 1911-1912 mochten niet enkel de kampioen, maar ook de vicekampioen promoveren. Deze wijziging gaf Malinois herhaaldelijk uitzicht op een mogelijke promotie. In de seizoenen 1912-1913 en 1913-1914 eindigde de club telkens op een verdienstelijke derde plaats, op respectievelijk drie en vier punten van de vicekampioen.

Rond 1910 maakte FC Malinois een periode van sterke groei door. Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van de club namen enkele enthousiaste supporters het initiatief om een clubblad op te richten: Malinois-Sport. Het bleef het echter bij een eenmalige uitgave.

Aan het begin van het decennium verhuisde de club van het terrein aan de Tervuursesteenweg naar een nieuw terrein aan de Liersesteenweg. Deze belangrijke stap kwam er onder impuls van voorzitter Dessain, die het nieuwe terrein aankocht, in samenwerking met enkele anderen.

Uit deze vroege periode van de clubgeschiedenis is nauwelijks beeldmateriaal bewaard gebleven. De foto hieronder is de enigste die ik kan presenteren. 

1920-1930

Ook in het Belgische voetbal herhaalt de geschiedenis zich. De jaren 1920 en 1930 stonden in het teken van meerdere competitiehervormingen, waarvan de eerste reeds in 1923 plaatsvond. Door het toenemende aantal clubs werd de tweede klasse opgesplitst in twee reeksen: Bevordering A en Bevordering B. De kampioenen promoveerden rechtstreeks, terwijl de vicekampioenen in een beslissingswedstrijd streden om het laatste ticket naar de hoogste afdeling. Slechts drie jaar later vond opnieuw een hervorming plaats: de tweede klasse werd herenigd tot één reeks en tegelijkertijd werd de derde klasse in het leven geroepen. In deze nieuwe structuur promoveerden de twee beste ploegen rechtstreeks.

Voor FC Malinois begon het decennium veelbelovend. In het seizoen 1920-1921 eindigde de club als tweede en dwong daarmee promotie naar de ere-afdeling af. Het verblijf op het hoogste niveau was echter van korte duur: een jaar later volgde al de onmiddellijke degradatie. In het seizoen 1923-1924 keerde Malinwa terug naar de topklasse na opnieuw een tweede plaats, gevolgd door winst in de promotiefinale tegen Cercle Sportif La Forestoise (3-2 thuis, 1-3 uit). Ook ditmaal bleek de ere-afdeling geen blijvende bestemming: een dertiende plaats betekende opnieuw degradatie.

Het seizoen 1925-1926 bracht opnieuw promotie, ditmaal als kampioen van Bevordering B. Toch bleef het verhaal vertrouwd: na een nieuwe dertiende plaats zakte Malinwa wederom een afdeling. Pas in het seizoen 1927-1928 slaagde de club erin om zich definitief te vestigen in de hoogste klasse. De jaren twintig werden vervolgens afgesloten met een knappe zesde plaats in 1928-1929 en een elfde plek in 1929-1930.

Gedurende het hele decennium bleef de club trouw aan hetzelfde tenue. De onderstaande foto’s, afkomstig uit het rijke beeldarchief van het Malinwa Archief, tonen hoe de shirts doorheen de jaren 1920 vrijwel onveranderd bleven. Dit decennium markeerde ook een belangrijk moment in de clubgeschiedenis: in 1926 kreeg FC Malinois zijn stamnummer toegewezen.

1930-1940

Ook in dit decennium bleef het competitieformat niet onaangetast. De Tweede Klasse, toen bekend als de Eerste Afdeling, werd opnieuw opgesplitst in Eerste Afdeling A en Eerste Afdeling B. Beide reekswinnaars promoveerden rechtstreeks naar de hoogste afdeling.

Malinwa begon de jaren dertig met een indrukwekkende prestatie. In het seizoen 1930-1931 eindigde de club als vicekampioen, op slechts drie punten van titelwinnaar RAFC. Tot op de laatste speeldag bleef de titel binnen handbereik, maar een nederlaag tegen Beerschot en een overwinning van Antwerp tegen stadsgenoot Racing deden de hoop vervliegen. Malinwa bleef uiteindelijk met lege handen achter.

De rest van het decennium kende een wisselvallig verloop. De club schipperde tussen de hogere en lagere middenmoot, zonder noemenswaardige uitschieters. Het seizoen 1939-1940 werd voortijdig stopgezet door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.

Een mijlpaal in de clubgeschiedenis was het seizoen 1932, toen Bert De Cleyn zijn opwachting maakte in het eerste elftal van Malinwa.

Wat het clubshirt betreft, bleef Malinwa in de jaren dertig trouw aan zijn klassieke uitstraling, met slechts subtiele veranderingen aan het ontwerp.

1940-1950

Het begin van dit voetbaldecennium liet op zich wachten: door de Tweede Wereldoorlog, die in Europa woedde, werd de start met een jaar uitgesteld. In tegenstelling tot de Eerste Wereldoorlog werd de competitie ditmaal wel hervat. Vanaf het seizoen 1941-1942 rolde de bal opnieuw.

Na de oorlog kende de hoogste klasse een tijdelijke uitbreiding naar 19 ploegen. Clubs die tijdens de oorlog gedegradeerd waren, kregen een herkansing en mochten opnieuw aantreden. Twee seizoenen later werd de competitie opnieuw teruggebracht tot 16 teams. Het seizoen 1944-1945 verliep echter onvolledig, mede door de afwezigheid van de Antwerpse clubs.

Voor Malinwa betekenden de jaren veertig een eerste glorietijd. In slechts zes jaar tijd veroverde de club drie landstitels en groeide uit tot een absolute topper binnen het Belgische voetbal. De eerste titel volgde in het seizoen 1942-1943. Op de voorlaatste speeldag bezegelde Malinwa de titel met een indrukwekkende 7-1 overwinning tegen R. Racing Club de Bruxelles, waarbij alle doelpunten op naam van de Cleyn kwamen.

In 1945-1946 volgde een tweede titel, die met ruime voorsprong werd binnengehaald: Malinwa eindigde zes punten boven vicekampioen RAFC. De derde titel kwam er in 1947-1948, toen de club RSC Anderlecht in de titelstrijd achter zich liet en met vijf punten voorsprong kampioen werd.

Ook op vlak van clubuitrusting was er in dit decennium enige variatie te zien. De breedte van de geel-rode strepen op het shirt wisselde regelmatig. Het truitje waarin Malinwa in 1943 zijn eerste titel behaalde, kreeg meer dan zestig jaar later een tweede leven in een gelimiteerde heruitgave.

1950-1960

Tijdens de eerste helft van de jaren 1950 kende Malinwa, op één uitzonderlijk seizoen na, een eerder kleurloze periode. De club bengelde meestal in de middenmoot en kende wisselvallige resultaten. Toch flirtte Malinwa in het seizoen 1953-1954 met de landstitel: de ploeg eindigde als vicekampioen, op slechts één punt van RSC Anderlecht.

Twee jaar later keerde het tij dramatisch. In het seizoen 1955-1956 eindigde Malinwa op de zestiende en laatste plaats, wat leidde tot een degradatie naar tweede klasse — de eerste keer sinds de jaren 1920. Ook in de lagere afdeling bleven de prestaties wankel. In het seizoen 1957-1958 liet de ploeg nog een hoopgevende derde plaats optekenen, maar promotie bleef uit. Zo eindigde Malinwa het decennium in tweede nationale.

Toch viel er in dit decennium ook een lichtpunt te noteren. In 1952 vervoegde Fi Vanhoof de jeugdopleiding van de club. Hij zou later uitgroeien tot een ware clublegende, al zou het nog enkele jaren duren voor hij zijn stempel kon drukken op het eerste elftal.

Ook het clubshirt onderging in de jaren 50 enkele opmerkelijke wijzigingen. In de eerste helft van het decennium trad Malinwa aan in de klassieke geel-rode tenues met een rode kraag. In 1955 werd echter geëxperimenteerd met een ander ontwerp: de spelers droegen een rood shirt met een gele kraag en een gele borstzak. Dit afwijkende truitje verdween echter snel en werd het jaar nadien alweer opgeborgen.

Vanaf 1956 keerde de club terug naar de traditionele geel-rood gestreepte shirts, al werd ook hier gekozen voor een licht gewijzigde uitvoering. De daaropvolgende jaren bleef Malinwa trouw aan deze herkenbare kleurencombinatie.

1960-1970

De jaren zestig vormden een roerige periode in de geschiedenis van Malinwa, gekenmerkt door sportieve pieken en dalen: twee promoties, drie degradaties en een verloren bekerfinale bepaalden het decennium. In het seizoen 1964-1965 dwong de club promotie naar eerste klasse af door als vicekampioen te eindigen, slechts één punt achter Royal Racing White. Het verblijf op het hoogste niveau was echter van korte duur; reeds een seizoen later degradeerde Malinwa opnieuw na een laatste plaats in het klassement. Toch rechtte de ploeg snel de rug en keerde in 1965-1966 via een tweede plaats in tweede nationale terug naar eerste klasse.

Na deze onstabiele jaren kende Malinwa een sportief hoogtepunt. In het seizoen 1966-1967 leverde de ploeg een memorabel bekerparcours af. Na overwinningen op Cappellen, Diest, Club Brugge, Daring Club de Bruxelles en RSC Anderlecht bereikte de club voor het eerst in haar geschiedenis de bekerfinale. Daarin trof het RSC Liégeois. De Luikenaars kwamen vroeg in de tweede helft op voorsprong, maar Kamiel Van Damme bracht in de slotfase met een Mechels doelpunt de stand weer in evenwicht, waardoor verlengingen volgden. In de extra tijd trok RSC Liégeois alsnog aan het langste eind met twee doelpunten, waardoor Malinwa de trofee aan zich voorbij zag gaan. Ondanks de nederlaag betekende deze bekerfinale een onvergetelijk moment voor de Mechelse aanhang.

Het decennium eindigde opnieuw in mineur. In het seizoen 1968-1969 eindigde Malinwa op een teleurstellende vijftiende plaats, wat opnieuw degradatie naar tweede nationale betekende.

Ook op het vlak van clubuitrusting bracht dit decennium enkele opvallende veranderingen met zich mee. Halverwege de jaren zestig verdween de klassieke kraag uit het shirtontwerp. De meest ingrijpende wijziging volgde in 1969: voor het eerst sinds de oprichting, met uitzondering van een kort experiment in de jaren vijftig, speelde Malinwa niet langer in de iconische geel-rode strepen. De ploeg verscheen op het veld in volledig rode shirts, een breuk met een jarenlange traditie.

1970-1972

Malinwa opende het nieuwe decennium met een knappe prestatie. In het seizoen 1970-1971 slaagde de club erin om te promoveren naar eerste nationale. Dankzij een tweede plaats in tweede nationale keerde Malinwa terug naar het hoogste niveau van het Belgische voetbal. Een jaar later bevestigde de ploeg haar waarde door een sterke zesde plaats te behalen in eerste klasse.

Deze succesvolle sportieve periode ging hand in hand met een opvallende evolutie in het clubshirt. De tenues uit beide seizoenen verschilden namelijk sterk van elkaar. In 1970-1971 begon Malinwa het seizoen in felgele shirts met een rode kraag. Na enkele wedstrijden werden deze echter terug ingeruild voor volledig rode tenues.

Het daaropvolgende seizoen, 1971-1972, betekende een mijlpaal in de clubgeschiedenis: voor het eerst verscheen het clubembleem op het shirt. Dat jaar speelde Malinwa in rode shirts met een gele kraag, met het embleem trots op de borst. Binnen dat seizoen zelf bestonden er bovendien variaties op het shirtontwerp. De versie met korte mouwen was lichter van stof en had een V-hals, terwijl de versie met lange mouwen gemaakt was uit dikkere stof en voorzien was van een ronde hals.

1975-1978

Eind jaren ’70 kende Malinwa een turbulente periode, gekenmerkt door financiële beperkingen die hun weerslag vonden in de sportieve prestaties. In het seizoen 1975-1976 eindigde de club op een teleurstellende 15e plaats, opnieuw gevaarlijk dicht bij degradatie. Een jaar later, in het seizoen 1976-1977, werd het noodlot werkelijkheid: Malinwa sloot het seizoen af als 17e en degradeerde naar tweede nationale.

Het eerste seizoen na de degradatie verliep zonder veel ophef. Malinwa eindigde op een bescheiden zevende plaats en bleef zo in de schaduw van de promotiekandidaten. Toch luidde september 1978 een nieuw hoofdstuk in voor de club. Herman Candries nam het voorzitterschap over, een naam die niet veel later trots op de shirts van Malinwa zou prijken.